Een ander Javaans geluid
Lange omschrijving: Nederlands-Indië was in de eerste helft van de twintigste eeuw een feodale politiestaat op basis van grondwettelijke rassenscheiding. Na de Java-oorlog (1825-1830) was het hele eiland Java in handen van het jonge Koninkrijk der Nederlanden gevallen. Te zelfder tijd werd in Frankrijk het Ancien Régime van vóór de Revolutie hersteld. Naar het model van die Franse Restauratie introduceerde de koloniale landsregering op Java een feodaal stelsel. De Inheemse djaksa’s, wedana’s en boepati’s (regenten) voeren daarbij zeer wel. Deze Priyayi’s hadden tot taak de openbare orde te handhaven, dat wil zeggen: zij zorgden met ferme hand dat de Inheemse bevolking bleef werken in de koffie- en rubberplantages en dat de Javaanse boeren in dessa’s op tijd de landrente betaalden, dat is een belasting op agrarische grond. Hun nazaten in Indonesië en Nederland bewaarden tot nu toe angstvallig het stilzwijgen over de medeplichtigheid van hun familie bij de Nederlandse uitbuiting en onderdrukking. Het is hoog tijd dit taboe te doorbreken, maar dan wel met respect voor de betrokkenen. En passant worden in dit boek ook twee andere mythes doorgeprikt, die van de trouwe Ambonese KNIL-soldaat en van het bestaan van een hechte gemeenschap van Indische Nederlanders voor en na 1950.