Deze autobiografische reisgids met toeristische tips en vele foto’s gaat over Aragón,

de regio in het noorden van Spanje. Aan de hand van dertig persoonlijke verhalen over excursies gedurende de afgelopen zeven jaar, wordt de lezer meegenomen naar verschillende plekken binnen deze regio. In bijna alle verhalen gebeurt er iets bijzonders: verdwaald in het bos, een circulaire route blijkt niet op hetzelfde punt  terug te komen, het nederlandse ongeduld speelt op… Aragón en de natuur leert de les dat je nooit ergens volledige controle over hebt.

In eerste instantie was Zaragoza geen droomwoonplaats maar het achterliggende Aragonese land met zijn wit besneeuwde Pyreneeëntoppen en bergmeren heeft de auteurs hart gestolen. Aan de hand van foto’s en de toegevoegde links wordt dit aangetoond. Nieuwe plekken binnen Aragón en de rest van Spanje blijven de schrijvers interesse wekken en worden aan de to-do-lijst toegevoegd; het kon niet anders dan dat dit op papier moest worden gezet.

Dit boek laat zien hoe mooi dit relatief onbekende stuk Spanje is en wat er hier ver van de costa’s speelt en te ontdekken valt. Niet alles over Aragón is lovend en positief; het boek laat ruimte om na te denken over hoe het nog beter zou kunnen.