Het drukken van de 2e zijde van een drukvel noemt men weerdruk. Wanneer door een drukpers nieuw papier wordt gevoerd, noemt men dat ‘schoondruk’. Dit is de ‘voorzijde’ van het drukvel. Zodra het vel wordt gekeerd om aan de ‘achterzijde’ bedrukt te worden, noemt men dat ‘weerdruk’. Er zijn drukpersen, die in de pers een drukvel kunnen omdraaien. Het vel wordt dan langs bijvoorbeeld de eerste 4 druktorens geleid, daarna omgedraaid in een keertrommel, en door de volgende 4 druktorens geleid. Het drukvel wordt in dit geval dus in één doorgang, aan twee zijden in vier kleuren bedrukt. Dit noemt men een ‘schoon- en weerpers’.