Barbara Nijssen is een aantrekkelijke en zelfbewuste jonge vrouw die tijdens het interbellum opgroeit in Deurne. Ze trouwt met Joseph, de enige zoon van een schatrijke herenboer. Na haar trouwen blijft ze werken als secretaresse bij de plaatselijke melkfabriek. Die functie combineert ze met een deeltijdbaan op het gemeentehuis waar ze administratief medewerkster is bij de plaatselijke gemeenteveldwacht.

De oorlog breekt uit en ze geeft de voorkeur aan een ambtelijke carrière. Beïnvloed door een collega ontwikkelt Barbara een virulente haat tegen Joden en ze komt terecht in een wereld van chantage, bedrog, verraad en afpersing.
Maar dan worden de rollen omgedraaid en wordt ze zelf gechanteerd door een SD agent. Hij dwingt haar om te infiltreren bij een industrieel complex in Helmond van waaruit verzet wordt gepleegd. Uiteindelijk ontkomt Barbara zelf ook niet aan de Duitse repressie en overleeft ze ternauwernood de oorlog. Kort na de bevrijding wordt ze nog geconfronteerd met een groot persoonlijk drama maar daarna komt haar leven in rustiger vaarwater terecht.

Totdat ze halverwege de jaren vijftig, samen met haar echtgenoot, door een onbeduidend lijkend voorval meedogenloos door het verleden wordt ingehaald.