Salix Alba
Sophie houdt er samen met haar partner nationalistische opvattingen op na. Als haar racistische uitlatingen de oorzaak zijn van haar ontslag, komt ze terecht in een sfeer van haat en wraak. Een ernstig auto-ongeval van haar partner brengt haar in verlegenheid en ze zoekt toevlucht bij haar oma, die Sophie meeneemt in haar familiegeschiedenis. Dat geeft haar een andere kijk op de wereld.
In november van het jaar 1720 krijgt Bernd van Schoonbeeck van de verlieslijdende West-Indische Compagnie de opdracht om alle facetten van de driehoekshandel te onderzoeken. Hij maakt kennis met het onmenselijke koloniale beleid waarin de trans-Atlantische slavenhandel en de inzet van tot-slaaf-gemaakten op plantages algemeen gemeengoed waren. Onbedoeld wordt Bernd mede-eigenaar van de plantage Salix Alba in Suriname. Het leven in de Nieuwe wereld valt hem zwaar. Met name de ongelijkheid en de wreedheden om hem heen brengen hem in gewetensnood. De verwoede pogingen om de tot-slaaf-gemaakten een meer menswaardig bestaan te geven worden door weinigen begrepen, maar leiden wel tot saamhorigheid en vertrouwen tussen hem en de tot-slaaf-gemaakten.
Sophie komt in gewetensnood. Als zij en haar partner hun leven willen veranderen, slaat het noodlot toe.